Achter de schermen bij Femke Meijboom #2: Schrijfproces

Eind augustus kwam het eerste artikel online in de blogserie in samenwerking met auteur Femke Meijboom. In deze tweede post vertelt Femke je alles over het schrijfproces van ‘De Vloed Voorbij’. Lees je mee?
Hoe zag het schrijfproces van ‘De Vloed Voorbij’ eruit?
Zoals ik in het vorige artikel beschreef, was het verhaal eigenlijk mijn inzending voor de schrijfwedstrijd. Maar het was niet mijn eerste idee. Toen de schrijfwedstrijd werd aangekondigd, dacht ik wel gelijk aan dit idee, maar ik wist niet of het boek wel bij de andere novelles zou passen. Bovendien had ik al een boek hierover geschreven en zou ik uit oma’s biografie ‘Jo’ wel wat inspiratie halen, zou dit dan niet tegen de regels ingaan? Daarom stuurde ik eerst een mail naar de uitgeverij om te vragen of dit mocht.
In de tijd dat ik wachtte, schreef ik eerst een ander verhaal. Onder de werktitel ‘Zeeglas’ schreef ik het verhaal van een meisje dat met de boot naar Engeland ging en daar een verloren ketting vond op het strand. Wie weet breng ik dit verhaal ook ooit nog wel in eigen beheer uit!
Toen ik na drie weken tijd eindelijk een positieve reactie kreeg, was ‘Zeeglas’ inmiddels afgerond en kon ik gelijk aan de slag met “Watersnood”, wat nu ‘De Vloed Voorbij’ is.
Een novelle schrijven, hoe deed Femke dat?
Voor al mijn boeken heb ik dezelfde werkwijze. Ik brainstorm eerst in een notitieboek. Belangrijke momenten, dialogen, personages, alles wat je je maar kan bedenken. Daarna kijk ik naar de lengte van het verhaal. Voor mijn grotere boeken tel ik meestal 60.000 woorden voor de eerste versie, maar voor de schrijfwedstrijd moest ik me aan 20.000 woorden houden. Wat ik dan altijd doe, is kijken hoeveel scènes ik aan een boek wil toevoegen. Omdat ik van mezelf weet (door meer dan 12 jaar te schrijven) dat één scène vaak uit 1.000 woorden bestaat. Als je dan de rekensom doet, heb je twintig scènes nodig om een boek van 20.000 woorden te schrijven.
Vervolgens bedenk ik het eind en dan pas het begin, zo weet je altijd waar je naar toe werkt. Daarna is het belangrijk om na te denken over belangrijke gebeurtenissen. In dit geval hou ik me vast aan een historische gebeurtenis, maar wanneer je een “character-driven” verhaal schrijft, kun je misschien denken aan uit de kast komen, een grote pesterij op school of het verliezen van een familielid. In ‘De Vloed Voorbij’ wist ik dat de dijken breken, de eerste en de tweede vloedgolf en de reddingswerkers het belangrijkste was. Dat schreef ik op en daaromheen vulde ik de rest in, net als een kleurplaat.
Is er iets dat Femke anders zou doen in het schrijfproces?
Qua werkwijze zou ik niets veranderen. Ik vind mijn schrijfproces erg fijn. Als ik inhoudelijk kijk, dan zou ik misschien het aantal familieleden veranderen. Mijn hoofdpersoon Frida heeft drie oudere broer en zussen en eentje jonger dan haar. Hoewel een groot gezin in 1953 heel normaal is (mijn oma groeide op in een gezin van zeven kinderen en mijn moeder in een gezin van vijf), is het voor een kortverhaal oftewel novelle redelijk veel personages. Tel daar de ouders en oma bij op, plus de vijf extra karakters die ik het verhaal van de koe (een beroemd verhaal op Goeree-Overflakkee) laat vertellen, plus de reddingswerkers en een willekeurige vrouw, zijn dat er veel te veel. In een novelle is het belangrijk dat je het simpel houdt voor de lezer, niet teveel verwarring, straight to the point.
Hiermee maak ik het wat lastiger, maar ik wilde ook eer doen aan mijn familie, want, nog een kleine fun fact: de namen in het boek zijn opgedragen aan echte mensen in mijn leven. Frida is de naam van een van oma’s overleden vriendinnen, oom Frans is vernoemd naar oma’s wijlen broer Frans, Reinier is ook oma’s neefje en als laatste zijn Piet en Maatje (eigenlijk Martje) vrienden van mijn oudste tante en oom. Nummer 8 is daarmee ook het huis waar oma nu, 60 jaar later, nog steeds woont.
Bedankt Femke voor je tweede artikel!
Pre-order/bestel het boek via Kobo!
Over Femke Meijboom

Hoi! Ik ben Femke Meijboom, auteur van ‘Jo: Hier heb je ’n schrepel en daar kan je beginnen’, ‘Slashwerk: Waarom kiezen als je kan combineren?’ en over drie maanden ook van ‘De Vloed Voorbij’. Ik begon rond mijn zesde met schrijven, gebruikte het vanaf mijn elfde als toevluchtsoord tijdens de middelbare school en sinds mijn zestiende pak ik het serieus aan. Hoe dat eruitziet? Nou, met een doel voor ogen. Ik wilde altijd al mijn fantasieboeken uitgeven, maar mettertijd kwam de vraag voor mijn oma’s biografie op mijn pad en vervolgens publiceerde ik twee non-fictieboeken, haha. Terwijl ik aan een vierdelige avontuurlijke serie schreef, kwam het idee van ‘De Vloed Voorbij’ tot me en dat verhaal geef ik later dit jaar uit.
Over de blogserie
In een aantal artikelen neemt Femke Meijboom je de komende maanden mee achter de schermen van het proces. Een persoonlijke reis naar de publicatie in november.
Op de hoogte blijven?
Op de hoogte blijven van de nieuwe artikelen in deze serie en op Veronique’s Boekenhoekje? Abonneer je hieronder gratis op mijn blog en ontvang meldingen van nieuwe berichten in je mailbox. Meer weten over privacy? Lees dan hier.
Liefs,
Veronique
Deze blog is een samenwerking. Het is geen betaalde samenwerking. Meer weten over samenwerkingen? Lees dan hier.